1. MWB
  2. Vertalen
  3. auswechseln (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • auswechseln > EN • auswechseln > ES • auswechseln > FR
Vertalingen auswechseln DE>NL

auswechseln

werkw.
Uitspraak:  [ˈausvɛksəln]

durch jemand / etw. anderen ersetzen - vervangen
eine Glühbirne auswechseln - een gloeilamp vervangen
Er wurde in der zweiten Halbzeit gegen Berger ausgewechselt. - Hij werd in de tweede helft gewisseld voor Berger.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
auswechseln (ww.) aflossen (ww.) ; hernieuwen (ww.) ; innoveren (ww.) ; opnieuw doen (ww.) ; overdoen (ww.) ; remplaceren (ww.) ; ruilen (ww.) ; uitwisselen (ww.) ; vernieuwen (ww.) ; verruilen (ww.) ; vervangen (ww.) ; verwisselen (ww.)
auswechseln wisseling
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `auswechseln`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: abermals tun
DE: abtragen
DE: abwechseln
DE: aufs neue machen
DE: ausbessern
DE: austauschen
DE: einfallen
DE: einspringen
DE: eintauschen
DE: einwechseln