1. MWB
  2. Vertalen
  3. Ausbessern (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • Ausbessern > EN • Ausbessern > ES • Ausbessern > FR
Vertalingen Ausbessern DE>NL

ausbessern

werkw.
Uitspraak:  [ˈausbɛsɐn]

beschädigte Stellen reparieren - repareren , opknappen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
ausbessern (ww.) klussen (ww.) ; voltooien (ww.) ; volledig maken (ww.) ; vervolmaken (ww.) ; vervolledigen (ww.) ; vernieuwen (ww.) ; verbeteren (ww.) ; repareren (ww.) ; renoveren (ww.) ; rechtzetten (ww.) ; perfectioneren (ww.) ; opvijzelen (ww.) ; oplappen (ww.) ; opknappen (ww.) ; opkalefateren (ww.) ; maken (ww.) ; klusje opknappen (ww.) ; innoveren (ww.) ; herzien (ww.) ; herstellen (ww.) ; goedmaken (ww.) ; fiksen (ww.) ; corrigeren (ww.) ; completeren (ww.) ; bijwerken (ww.) ; afmaken (ww.) ; aanpassen (ww.)
ausbessern bijwerken ; retoucheren ; reconditioneren ; lokaal onderhoud ; combinatieteelt
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `Ausbessern`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: abhelfen
DE: aufbessern
DE: aufmotzen
DE: aufmöbeln
DE: aufpolieren
DE: ausbauen
DE: ausrichten
DE: auswechseln
DE: beenden
DE: beheben