Uitspraak: | [bəˈkveːm] |
Ich finde, das Zugfahren ist eine bequeme Art zu reisen. - Ik vind reizen met de trein een comfortabele manier van reizen. |
Dazu war er mal wieder zu bequem. - Daar was hij weer eens te lui voor. |
Uitspraak: | [bəˈkveːm] |
Ich finde, das Zugfahren ist eine bequeme Art zu reisen. - Ik vind reizen met de trein een comfortabele manier van reizen. |
Dazu war er mal wieder zu bequem. - Daar was hij weer eens te lui voor. |