Vertalingen hochtreiben DE>NL
hochtreiben (ww.) | doen stijgen (ww.) ; jachten (ww.) ; naar boven drijven (ww.) ; naar boven jagen (ww.) ; omhoogdrijven (ww.) ; omhoogjagen (ww.) ; opdrijven (ww.) ; ophitsen (ww.) ; opjagen (ww.) ; opschroeven (ww.) ; prijs opdrijven (ww.) ; veel doen stijgen (ww.) ; voortjagen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `hochtreiben`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: anspornenDE: antreibenDE: aufhetzenDE: aufjagenDE: aufscheuchenDE: aufstachelnDE: auftreibenDE: aufwirbelnDE: hetzenDE: hochdrehen