1. MWB
  2. Vertalen
  3. auftreiben (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • auftreiben > EN • auftreiben > ES • auftreiben > FR
Vertalingen auftreiben DE>NL

auftreiben

werkw.
Uitspraak:  [ˈauftraibən]

sich bemühen, etw. zu finden oder bekommen - najagen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
auftreiben (ww.) opjagen (ww.) ; wegjagen (ww.) ; voortjagen (ww.) ; voortdrijven (ww.) ; veel doen stijgen (ww.) ; spoeden (ww.) ; reppen (ww.) ; opzoeken (ww.) ; opsnorren (ww.) ; opschroeven (ww.) ; opscharrelen (ww.) ; ophitsen (ww.) ; opduikelen (ww.) ; opdrijven (ww.) ; naslaan (ww.) ; jakkeren (ww.) ; jachten (ww.) ; aanzwiepen (ww.)
auftreiben opdrijven ; uitdrijven ; opsporen
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Antiquarian Dictionary


Voorbeeldzinnen met `auftreiben`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: angeln
DE: anspornen
DE: antreiben
DE: auffischen
DE: aufgabeln
DE: aufhetzen
DE: aufjagen
DE: auflesen
DE: aufscheuchen
DE: aufstacheln