Vertaal
Naar andere talen: • grasen > ENgrasen > ESgrasen > FR
Vertalingen grasen DE>NL
grasen (ww.) afgrazen (ww.) ; gras eten (ww.) ; graseten (ww.) ; grazen (ww.) ; naspeuring doen (ww.) ; rechercheren (ww.) ; snuffelen (ww.) ; speuren (ww.) ; weiden (ww.)
grasen grazen ; weiden
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `grasen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: beschnuppern
DE: durch die Nase einziehen
DE: fahnden
DE: nachforschen
DE: sichern
DE: suchen
DE: weiden
DE: wittern