Vertalingen gefaßt DE>NL
gefasst
bijv.naamw.
1) trotz Verzweiflung, Trauer o. Ä. ruhig bleibend -
kalm , rustig Er nahm die Nachricht erstaunlich gefasst entgegen. - Hij nam het bericht verbazend kalm op. |
2) deel van de uitdrukking: sich auf etw. gefasst machen (=damit rechnen, dass etw. Unangenehmes passiert) - zich voorbereiden
Mach dich darauf gefasst, dass das üble Folgen haben wird. - Bereid je erop voor dat dat slechte gevolgen voor je kan hebben.
|
3) deel van de uitdrukking: auf etw. gefasst sein (=darauf vorbereitet sein, dass etw. Bestimmtes geschieht) - op iets voorbereid zijn
Sie waren auf das Schlimmste gefasst. - Zij waren op het slechtste voorbereid.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
gefaßt | beet ; gepakt ; beheerst |
Bronnen: interglot; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `gefaßt`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: bedächtigDE: entspanntDE: gelassenDE: gelöstDE: lockerDE: ruhigDE: stillUitdrukkingen en gezegdes
DE: auf etwas
gefaßt sein
NL: op iets voorbereid zijn