Vertalingen fortbewegen DE>NL
I fortbewegen
werkw.
Uitspraak: | [ˈfɔrtbəveːgən] |
von einem Ort an einen anderen bewegen -
verplaatsen Er konnte sich nicht mehr aus eigener Kraft fortbewegen. - Hij kon zich niet meer op eigen kracht verplaatsen. Es gelang ihnen nicht, den Felsen fortzubewegen. - Het lukte hem niet om de rotsen te verplaatsen. |
II die Fortbewegung
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈfɔrtbəveːgʊŋ] |
Verbuigingen: | Fortbewegung |
deel van de uitdrukking: voortbeweging Radfahren ist eine angenehme Form der Fortbewegung. - Fietsen is een prettige manier van voortbeweging. moderne Fortbewegungsmittel - moderne voortbewegingsmiddelen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
fortbewegen (ww.) | voortbewegen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `fortbewegen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: aufwühlenDE: beeindruckenDE: berührenDE: bewegenDE: Eindruck machen aufDE: ergreifenDE: erschütternDE: in Bewegung setzenDE: packenDE: rühren