Vertaal
Naar andere talen: • IN > ENIN > ESIN > FR
Vertalingen IN DE>NL

I in

voorzetsel
Uitspraak:  [ɪn]

1) drückt aus, dass sich etw. / jemand innerhalb eines Bereiches befindet - in
Sie wohnt in England. - Zij woont in Engeland.
Die Kinder spielen im Garten. - De kinderen spelen in de tuin.

2) beschreibt eine Bewegung nach innen hinein - naar
in die Stadt gehen - naar de stad gaan
ins Ausland reisen - naar het buitenland reizen
sich ins Bett legen - naar bed gaan

3) gibt den Zeitraum an, innerhalb dessen etw. geschieht - in
im Jahr(e) 2006 - in het jaar 2006
im August - in augustus
In den letzten Tagen hat es viel geregnet. - Het heeft in de afgelopen dagen veel geregend.

4) nennt einen zukünftigen Zeitpunkt, zu dem etw. geschieht - binnen
Er kommt in zwei Stunden zurück. - Hij komt binnen twee uur terug.

5) bis zu einem relativ weit entfernten Zeitpunkt - in
Er arbeitete bis spät in die Nacht hinein. - Hij werkte tot laat in de nacht door.
Die Ursprünge dieser Entwicklung reichen weit ins Mittelalter zurück. - De oorsprong van deze ontwikkeling gaat terug tot in de middeleeuwen.

6) zur Angabe der Art und Weise - in
Sie tranken in aller Ruhe einen Tee. - Zij dronken in alle rust van de thee.
Das Modell gibt es unterschiedlichen Ausführungen. - Het model is te verkrijgen in verschillende uitvoeringen.

7) verwendet zum Anschluss von Wörtern in bestimmten Verbindungen - in
Ich habe mich in ihm getäuscht. - Ik heb mij in hem vergist.
Vertrauen in die Zukunft haben - vertrouwen hebben in de toekomst


II in

bijwoord
Uitspraak:  [ɪn]

deel van de uitdrukking:
uitdrukking etw. ist in

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
in in ; te
in (Afkorting) Bahasa Indonesia ; Indonesisch ; intelligent netwerk ; intelligente netwerkapparatuur
in bij ; binnenin ; gerelateerd ; naar ; op ; verwant
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Wikipedia




Synoniemen
DE: an
DE: auf dem Gebiet
DE: auf zu
DE: nach
DE: unter
DE: von her
DE: was angeht
DE: was betrifft
DE: während
DE: zu

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: im Zimmer sein NL: in de kamer zijn
DE: ins Zimmer treten NL: de kamer binnengaan
DE: im allgemeinen NL: over het algemeen
DE: in kurzem NL: binnenkort
DE: im voraus NL: bij voorbaat
DE: in einer Entfernung von NL: op een afstand van
DE: in dieser Weise NL: op deze manier
DE: in wenigen Tagen NL: over, binnen een paar dagen
DE: das hat es in sich NL: dat valt nog niet mee
DE: er hat es in sich NL: hij kan wel wat, hij is niet mis