Vertaal
Naar andere talen: • erweisen > ENerweisen > ESerweisen > FR
Vertalingen erweisen DE>NL

erweisen

werkw.
Uitspraak:  [ɛɐˈvaizən]

1) beweisen - bewijzen
Es ist noch nicht erwiesen, dass er der Täter ist. - Het is nog niet bewezen dat hij de dader is.
wegen erwiesener Unschuld - vanwege bewezen onschuld

2) jemandem zukommen lassen, für jemanden tun - bewijzen
Sie hat ihm damit einen großen Gefallen erwiesen. - Zij heeft hem daarmee een grote dienst bewezen.

3) eine bestimmte Eigenschaft offenbaren - bewijzen
Ihre Vermutung hat sich als falsch erwiesen. - Haar vermoeden is fout gebleken.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
erweisen (ww.) nagaan (ww.) ; zekerstellen (ww.) ; vertonen (ww.) ; verifieren (ww.) ; uitkomen (ww.) ; tonen (ww.) ; staven (ww.) ; schenken (ww.) ; presenteren (ww.) ; aantonen (ww.) ; laten zien (ww.) ; geven (ww.) ; doneren (ww.) ; blijken (ww.) ; bewijzen (ww.) ; bewaarheid worden (ww.) ; betuigen (ww.) ; betonen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `erweisen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: aufkommen
DE: aufweisen
DE: aufzeigen
DE: ausstellen
DE: austeilen
DE: auswirken
DE: belegen
DE: bevorrechten
DE: bevorzugen
DE: beweisen

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: sich erweisen NL: zich tonen NL: blijken