Vertaal
Naar andere talen: • beweisen > ENbeweisen > ESbeweisen > FR
Vertalingen beweisen DE>NL

beweisen

werkw.
Uitspraak:  [bəˈvaizən]

1) etw. durch Beweise zeigen wiskunde - bewijzen
jds Schuld beweisen - bewijzen dat iemand schuldig is
Das beweist noch lange nicht, dass du recht hast! - Dat bewijst nog lange niet dat je gelijk hebt!

2) etw. erkennen lassen - bewijzen
Er hat Mut bewiesen. - Hij heeft moed bewezen.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
beweisen (ww.) aantonen (ww.) ; bewijzen (ww.) ; laten zien (ww.) ; nagaan (ww.) ; presenteren (ww.) ; staven (ww.) ; tonen (ww.) ; verifieren (ww.) ; vertonen (ww.) ; zekerstellen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `beweisen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: aufzeigen
DE: belegen
DE: darbieten
DE: erweisen
DE: sehen lassen
DE: vorweisen
DE: vorzeigen
DE: Zeigen