Vertalingen einsacken DE>NL
einsacken (ww.) | teruglopen (ww.) ; zakken in (ww.) ; zakken (ww.) ; wegzakken (ww.) ; verzakken (ww.) ; vervallen (ww.) ; vallen (ww.) ; uitzakken (ww.) ; uitbuiken (ww.) ; sterk afnemen (ww.) ; kelderen (ww.) ; inzakken (ww.) ; invallen (ww.) ; inkalven (ww.) ; afzakken (ww.) |
einsacken | in zakken sluiten ; opzakken |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `einsacken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: abnehmenDE: abrutschenDE: aus ZinkDE: ausbeutelnDE: auseinandergehenDE: durchfallenDE: durchrasselnDE: einbrechenDE: einnickenDE: einpacken