Vertalingen Triumph DE>NL
der Triumph
zelfst.naamw.
| Uitspraak: | [triˈʊmf] |
| Verbuigingen: | Triumph(e)s , Triumphe |
mit großer Freude erlebter Erfolg -
triomf | Die Sängerin feierte ihren großen Triumph. - De zangeres vierde haar grote overwinning. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| der Triumph | de triomf (m) ; de zegepraal |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `Triumph`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: Sieg