Vertaal
Naar andere talen: • deuten > ENdeuten > ESdeuten > FR
Vertalingen deuten DE>NL

deuten

werkw.
Uitspraak:  ['dɔytən]

1) etw. zu erklären versuchen - duiden , verklaren
einen Traum / ein Gedicht deuten - een droom / een gedicht verklaren
etw. richtig / falsch deuten - iets goed / fout verklaren

2) deel van de uitdrukking:
uitdrukking (mit etw.) auf etw. / jemanden deuten

3) deel van de uitdrukking:
uitdrukking etw. deutet auf etw.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
deuten (ww.) oplossen (ww.) ; verklaren (ww.) ; verduidelijken (ww.) ; van plan zijn (ww.) ; uitleggen (ww.) ; uiteenzetten (ww.) ; uit elkaar halen (ww.) ; uit de war halen (ww.) ; toelichten (ww.) ; begrijpelijk maken (ww.) ; opklaren (ww.) ; ophelderen (ww.) ; ontwarren (ww.) ; ontvouwen (ww.) ; ontrafelen (ww.) ; ontraadselen (ww.) ; ontknopen (ww.) ; duiden (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `deuten`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: auffassen
DE: aufknoten
DE: aufnehmen
DE: auseinandersetzen
DE: ausknobeln
DE: auslegen
DE: begreiflich machen
DE: betrachten
DE: darlegen
DE: deutlich machen