Not - Vertaling Duits-Nederlands

Naar andere talen: • Not > EN • Not > ES • Not > FR

Vertalingen Not DE>NL

die Not

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[noːt]
Verbuigingen:	Not , Nöte

1) Situation, in der zu wenig Essen, Geld usw. zum Leben da ist - nood

Hilfe für Not leidende Menschen in Afrika - hulp voor de mensen in nood in Afrika
Hungersnot - hongersnood

2) eine gefährliche Lage, in der man Hilfe braucht - nood

Rettung aus höchster Not - redding uit hoogste nood
Das Schiff geriet in Seenot. - Het schip raakte in nood.
Notausgang - nooduitgang

3) Situation, in der man Probleme hat und äußeren Zwängen ausgesetzt ist - nood

Der Kindergarten wurde ohne Not geschlossen. - De kleuterschool werd zonder noodzaak gesloten. Notlösung - noodoplossing
aus der Not eine Tugend machen (=Negatives konstruktiv nutzen) - van de nood een deugd maken
wenn / wo Not am Mann ist (=wenn / wo Helfer fehlen) - als de nood aan de man is
mit knapper Not / mit Müh und Not (=gerade noch) - ternauwernood Ich wurde mit knapper Not rechtzeitig fertig. - Ik was ternauwernood op tijd gereed.
zur Not (=als letzte Möglichkeit) - desnoods

4) deel van de uitdrukking: wanhoop

In ihrer Not ging sie zu einem Priester. - In haar wanhoop ging ze naar een priester.
Notlüge - leugen om bestwil

Overige bronnen

die Not	de noodwendigheid (v) ; het zorgen ; de terugslag (m) ; de tegenspoed (m) ; de tegenslag (m) ; de sores ; de rampspoed (m) ; de ramp ; de problemen ; de pech (m) ; onspoed (znw.) ; het onheil ; het ongeluk ; de noodtoestand (m) ; de nood (m) ; de moeilijkheden ; de misère ; het malheur ; de kwel ; de kommer (m) ; het gebrek ; de ellende (v) ; de behoeftigheid (v) ; de armoede
Not	het spoedgeval

Bronnen: interglot; Diving dictionary

Voorbeeldzinnen met `Not`

Voorbeeldzinnen laden....

Synoniemen

DE: Alarm
DE: Armut
DE: Druck
DE: elend
DE: Jammer
DE: Leid
DE: Misere
DE: Notzustand
DE: Schicksalsschlag
DE: Schlamassel

Uitdrukkingen en gezegdes

DE: es ist not, es tut not NL: het is nodig, noodzakelijk