Vertaal
Naar andere talen: • bewirken > ENbewirken > ESbewirken > FR
Vertalingen bewirken DE>NL

bewirken

werkw.
Uitspraak:  [bəˈvɪrkən]

1) etw. hervorrufen, verursachen - teweegbrengen , veroorzaken
Die Maßnahmen haben das Gegenteil von dem bewirkt, was beabsichtigt war. - De maatregelen hebben het tegendeel teweeggebracht van wat bedoeld was.

2) etw. erreichen, bewerkstelligen - bedoeling , met opzet
Gemeinsam können wir viel Gutes bewirken. - Samen zouden we veel goeds kunnen teweegbrengen.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
bewirken (ww.) aandoen (ww.) ; bedingen (ww.) ; berokkenen (ww.) ; bewerkstelligen (ww.) ; fixen (ww.) ; klaarspelen (ww.) ; lappen (ww.) ; teweegbrengen (ww.) ; veroorzaken (ww.) ; voor elkaar krijgen (ww.) ; zorg dragen (ww.) ; zorgen (ww.)
bewirken bewerken ; doen ontstaan
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `bewirken`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: anrichten
DE: anstiften
DE: antun
DE: anzetteln
DE: bereiten
DE: durchsetzen
DE: entstehen lassen
DE: erwecken
DE: fertigbringen
DE: herbeiführen