Vertalingen aufwerfen DE>NL
aufwerfen
werkw.
1) etw. zur Sprache bringen -
ter sprake brengen Sie warf die Frage auf, ob ... - Zij bracht de vraag ter sprake of ... |
2) etw. entstehen lassen -
ontstaan Die Terminänderung könnte Probleme aufwerfen. - De wijziging in de afspraak zou problemen kunnen veroorzaken. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
aufwerfen (ww.) | omhoogwerpen (ww.) ; voorleiden (ww.) ; ter sprake brengen (ww.) ; te berde brengen (ww.) ; starten (ww.) ; poneren (ww.) ; opvliegen (ww.) ; opstijgen (ww.) ; opperen (ww.) ; openwerpen (ww.) ; opengooien (ww.) ; openen (ww.) ; omhoogkomen (ww.) ; gesprek aanknopen (ww.) ; entameren (ww.) ; aanvoeren (ww.) ; aansnijden (ww.) ; aanknopen (ww.) ; aankaarten (ww.) |
das Aufwerfen | het opwerpen ; omhoog werpen (znw.) |
aufwerfen | opkrullen ; oprollen |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `aufwerfen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: abhebenDE: angehenDE: anlaufenDE: anreißenDE: anschneidenDE: ansprechenDE: ansteigenDE: anziehenDE: aufbrechenDE: aufnehmenUitdrukkingen en gezegdes
DE: eine aufgeworfene Nase
NL: een wipneus