Vertalingen aufarbeiten DE>NL
aufarbeiten (ww.) | bijspijkeren (ww.) ; consumeren (ww.) ; erop vooruit gaan (ww.) ; gebruiken (ww.) ; goedmaken (ww.) ; inhalen (ww.) ; jezelf opwerken (ww.) ; opwerken (ww.) ; uit een minder gunstige positie vooruitkomen (ww.) ; verbruiken (ww.) ; vooruitkomen (ww.) ; vorderen (ww.) |
aufarbeiten | herslijpen ; regenereren ; slijpen |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `aufarbeiten`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: aufbrauchenDE: aufbringenDE: aufmachenDE: aufnehmenDE: aufsetzenDE: aufstellenDE: aufwendenDE: aufzehrenDE: ausbeutenDE: ausfertigen