Vertaal
Naar andere talen: • Anpassen > ENAnpassen > ESAnpassen > FR
Vertalingen Anpassen DE>NL

I anpassen

werkw.
Uitspraak:  anpasən]

1) etw. / sich so ändern, dass es / man zu etw. passt - aanpassen
Es fällt ihm schwer, sich anzupassen. - Hij vindt het moeilijk om zich aan te passen.
Kamele sind an die Lebensbedingungen in der Wüste gut angepasst. - Kamelen zijn goed aan de leefomstandigheden aangepast.

2) nach jds Körpermaßen zuschneiden und nähen - op maat
Das Brautkleid muss noch angepasst werden. - De trouwjurk moet nog op maat worden gemaakt.


II die Anpassung

zelfst.naamw.
Uitspraak:  anpaŋ]
Verbuigingen:  Anpassung , Anpassungen

deel van de uitdrukking: aanpassing
die Anpassung an die Umwelt - aanpassen aan de omgeving
Rentenanpassungen vornehmen - plan opvatten om de rente aan te passen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
anpassen (ww.) verstellen (ww.) ; passen (ww.) ; op proef aantrekken (ww.) ; bijstellen (ww.) ; accommoderen (ww.) ; aanpassen (ww.)
das Anpassende bijstelling (v) ; het schikken ; het ordenen ; de aanpassing (v)
anpassen aanpassen ; regelen ; inpassen ; het afstellen ; assimileren ; arrangeren ; afstellen ; aanpassen aan
Bronnen: Wikipedia; interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Omegawiki.org


Voorbeeldzinnen met `Anpassen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: abstellen
DE: adaptieren
DE: akkommodieren
DE: akkomodieren
DE: anordnen
DE: anprobieren
DE: arrangieren
DE: bearbeiten
DE: einfügen
DE: einrichten

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: sich anpassen NL: zich schikken, zich voegen