Vertalingen belegt DE>NL
belegt
bijv.naamw.
1) für jemanden reserviert, bereits in Benutzung -
bezet Alle anderen Räume waren schon belegt. - Alle andere vertrekken waren al bezet. |
2) nicht frei für zusätzliche Gäste -
bezet In der Hauptsaison sind wir immer voll belegt. - In het hoofdseizoen zijn wij altijd volledig volgeboekt. |
3) nicht frei für andere Anrufer -
bezet Ich wollte dich gestern anrufen, aber es war dauernd belegt. - Ik wilde je gisteren bellen, maar het was steeds bezet. |
4) mit einem Belag -
aanslag Er hatte eine belegte Zunge und Halsschmerzen. - Hij had aanslag op de tong en nekpijn. |
5) heiser -
hees , schor „Danke!‟, krächzte sie mit belegter Stimme. - "Bedankt!", zei ze met krassende schorre stem. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
belegt | belegd ; bezet ; niet vrij |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.Voorbeeldzinnen met `belegt`

Voorbeeldzinnen laden....