Vertaal
Naar andere talen: • abmachen > ENabmachen > ESabmachen > FR
Vertalingen abmachen DE>NL

I abmachen

werkw.
Uitspraak:  apmaxən]

1) entfernen - afhalen
das Preisschild abmachen - de prijssticker eraf halen

2) in einem Gespräch gemeinsam festlegen - overeenkomen
einen Termin abmachen - een afspraak vastleggen
So war das aber nicht abgemacht! - Zo was dat echter niet afgesproken.

3) deel van de uitdrukking:
uitdrukking etw. mit sich selbst / unter sich abmachen


II die Abmachung

zelfst.naamw.
Uitspraak:  apmaxʊŋ]
Verbuigingen:  Abmachung , Abmachungen

deel van de uitdrukking: afspraak
eine Abmachung treffen - een afspraak maken

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
abmachen (ww.) completeren (ww.) ; voltooien (ww.) ; volmaken (ww.) ; volbrengen (ww.) ; overeenstemmen (ww.) ; overeenkomen (ww.) ; klaarmaken (ww.) ; klaarkrijgen (ww.) ; iets overeenkomen (ww.) ; eens worden (ww.) ; een einde maken aan (ww.) ; besluiten (ww.) ; beslissen (ww.) ; beëindigen (ww.) ; afwerken (ww.) ; afronden (ww.) ; afmaken (ww.) ; afkrijgen (ww.)
das Abmachenhet afspreken ; het accorderen
abmachen afhalen ; eraf halen
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `abmachen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: akkordieren
DE: anhalten
DE: ausmachen
DE: beenden
DE: bestimmen
DE: einwilligen
DE: enden
DE: entscheiden
DE: erledigen
DE: fertig bringen

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: abgemacht! NL: akkoord!, O.K.!