Vertalingen wallen DE>NL
wallen (ww.) | bouwen (ww.) ; construeren (ww.) ; deinen (ww.) ; golven (ww.) ; omhoogkomen (ww.) ; opstijgen (ww.) ; opvliegen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `wallen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: abhebenDE: angehenDE: anlaufenDE: ansteigenDE: anziehenDE: aufbauenDE: aufbrausenDE: aufbrechenDE: aufbrodelnDE: aufrichtenUitdrukkingen en gezegdes
DE: ein
wallender Helmbusch
NL: een wapperende helmbosDE: die Milch
wallen lassen
NL: de melk laten doorkoken