Vertalingen verraten DE>NL
verraten
werkw.
1) jemandem ein Geheimnis erzählen -
verraden Soll ich dir verraten, wo er sich versteckt hat? - Zal ik je verklappen waar hij zich heeft verstopt? |
2) jemandem etw. sagen -
verraden Kannst du mir mal verraten, was ich schon wieder falsch gemacht haben soll? - Zou je mij kunnen verklappen wat ik nu weer verkeerd zou hebben gedaan? |
3) etw. tun oder sagen, das jemandem schadet, der einem vertraut -
verraden Er hat seine Komplizen an die Polizei verraten. - Hij heeft zijn handlangers verraden aan de politie. Ich fühlte mich verraten und verkauft. - Ik voelde me in de steek gelaten. |
4) etw. erkennbar machen, das man eigentlich nicht preisgeben will -
verraden Sein Gesichtsausdruck verriet Ärger. - Zijn gezichtsuitdrukking verried ergernis. Womit habe ich mich denn verraten? - Waardoor heb ik me dan verraden? |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
verraten (ww.) | aanbrengen (ww.) ; aangeven (ww.) ; doorslaan (ww.) ; klikken (ww.) ; uitbrengen (ww.) ; verklappen (ww.) ; verklikken (ww.) ; verlinken (ww.) ; verraden (ww.) |
verraten | geklikt ; verklapt ; verklikt |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `verraten`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: anbringenDE: angebenDE: anzeigenDE: ausgeplaudertDE: ausplappernDE: ausplaudernDE: ausposaunenDE: ausschwatzenDE: austragenDE: denunzieren