Vertaal
Naar andere talen: • Umschlagen > ENUmschlagen > ESUmschlagen > FR
Vertalingen Umschlagen DE>NL

umschlagen

werkw.
Uitspraak:  [ˈʊmʃlaːgən]

1) sich ins Gegenteil verändern - omslaan
Seine Freude schlug in Traurigkeit um. - Zijn blijdschap sloeg om in treurigheid.

2) den Rand auf die andere Seite legen, falten - omslaan
Die Hose ist zu lang, ich muss sie unten umschlagen. - Mijn broek is te lang ik moet de pijpen omslaan.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
umschlagen (ww.) neerslaan (ww.) ; vloeren (ww.) ; vellen (ww.) ; plotseling veranderen (ww.) ; onderuithalen (ww.) ; omverslaan (ww.) ; omslaan (ww.) ; omklappen (ww.) ; omkeren (ww.) ; omhakken (ww.) ; ombladeren (ww.) ; om het lijf slaan (ww.) ; kapseizen (ww.) ; kappen (ww.) ; iemand neerslaan (ww.) ; houwen (ww.) ; hakken (ww.) ; bomen kappen (ww.)
das Umschlagende keer (m)
Umschlagen coup de poignet ; tourne ; omslaan ; krachtomkering ; keren
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `Umschlagen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: abholzen
DE: Abwandlung
DE: anziehen
DE: aufsetzen
DE: auseinandernehmen
DE: hacken
DE: hauen
DE: kappen
DE: kentern
DE: Kenterung