Vertalingen senken DE>NL
senken
werkw.
1) nach unten bewegen -
(laten) zakken den Kopf / die Waffe senken - het hoofd / de wapens laten zakken Mit gesenktem Blick stand er vor ihr. - Met neergeslagen ogen stond hij voor haar. |
2) bewirken, dass etw. niedriger wird -
(laten) zakken , verlagen Die Regierung versprach, die Steuern zu senken. - De regering beloofde om de belasting te verlagen. Das Mittel soll das Fieber senken. - De koorts moet door het middel zakken. |
3) sich nach unten bewegen, niedriger werden -
(laten) zakken Er atmet noch, man sieht, wie sich der Brustkorb hebt und senkt. - Hij ademde nog, men ziet hoe de borstkast omhoog en omlaag gaat. Der Wasserspiegel hat sich gesenkt. - Het waterpeil is gezakt. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
senken (ww.) | afprijzen (ww.) ; zinken (ww.) ; zakken (ww.) ; verminderen (ww.) ; verlagen (ww.) ; reduceren (ww.) ; ondergaan (ww.) ; onder water gaan (ww.) ; lager maken (ww.) ; kelderen (ww.) ; impregneren (ww.) ; doordrenken (ww.) |
Senken | dalen ; vieren ; verzinkboren ; verzakken ; verweking ; verweken ; uitzakken ; soevereinen ; neerlaten ; laten zakken ; koudpersen |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Diving dictionary
Voorbeeldzinnen met `senken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: abbauenDE: abpreisenDE: abrutschenDE: aus ZinkDE: beschränkenDE: durchfallenDE: durchrasselnDE: einholenDE: einnickenDE: einpackenUitdrukkingen en gezegdes
DE: die Stimme
senken
NL: zachter sprekenDE: das Haupt
senken
NL: het hoofd buigenDE: sich
senken
NL: dalen, zakken NL: verzakken