Vertalingen steigern DE>NL
I steigern
werkw.
1) erhöhen, verbessern oder verstärken -
verhogen , toenemen , verbeteren Dünger steigert die Ernteerträge. - De opbrengst van de oogst neemt bij gebruik van kunstmest toe. |
sich steigern (=besser, höher oder intensiver werden) - beter, hoger, intensiever
Sie konnte sich im neuen Schuljahr notenmäßig erheblich steigern. - Zij kon haar punten in het nieuwe schooljaar aanzienlijk verbeteren.
|
2) den Komparativ und Superlativ bilden grammatica -
verhogen , groter worden , trappen van vergelijking vormen , verbeteren II die Steigerung
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈʃtaigərʊŋ] |
Verbuigingen: | Steigerung , Steigerungen |
1) deel van de uitdrukking: stijging , verhoging eine Steigerung des Umsatzes um 20 % - een verhoging van de omzet met 20% Preissteigerung - prijsverhoging |
2) deel van de uitdrukking: verbetering Leistungssteigerung - prestatieverbetering |
3) deel van de uitdrukking: grammatica overstijgende trap Was ist die Steigerung von „gut‟? - Wat is de overstijgende trap van "goed"? Steigerungsform - vorm van overtreffende trap |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
steigern (ww.) | omhoogkomen (ww.) ; vermeerderen (ww.) ; verhogen (ww.) ; vergroten (ww.) ; uitbreiden (ww.) ; trappen van vergelijking vormen (ww.) ; toenemen (ww.) ; talrijker maken (ww.) ; stijgen (ww.) ; opzetten (ww.) ; opvliegen (ww.) ; opstijgen (ww.) ; opbieden (ww.) ; omhooggaan (ww.) ; hoger maken (ww.) ; hoger bieden (ww.) ; groter worden (ww.) ; groeien (ww.) ; gedijen (ww.) ; doen stijgen (ww.) ; de hoogte ingaan (ww.) ; aanzwellen (ww.) ; aanwinnen (ww.) ; aanwassen (ww.) ; aangroeien (ww.) |
das Steigern | gesteiger (znw.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `steigern`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: abhebenDE: angehenDE: anlaufenDE: AnschwellenDE: ansteigenDE: anziehenDE: aufbrechenDE: aufsteigenDE: aufstockenDE: aufwallenUitdrukkingen en gezegdes
DE: ein Adjektiv
steigern
NL: de vergrotende en de overtreffende trap van een bijvoeglijk naamwoord vormenDE: sich
steigern
NL: stijgen, toenemen