Vertalingen Schaden DE>NL
I schaden
werkw.
bewirken, dass jemand / etw. nicht mehr gesund bzw. heil ist oder dass er / es etw. Positives verliert -
beschadigen Die Affäre hat seinem Ansehen sehr geschadet. - Die affaire heeft zijn aanzien kwaad gedaan. Es kann nicht schaden, wenn du das noch einmal nachprüfst. - Het kan geen kwaad als je dat nog eens controleert. Eine kleine Pause würde jetzt nicht schaden. - Een korte pauze zou nu geen kwaad kunnen. |
II der Schaden
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈʃɛːdən] |
Verbuigingen: | Schadens , Schäden |
1) deel van de uitdrukking: schade Sein Verhalten hat viel Schaden angerichtet. - Zijn houding heeft veel schade aangericht. Es entstanden Schäden in Millionenhöhe. - Er ontstond een miljoenenschade. Sturmschäden - stormschade |
2) deel van de uitdrukking: letsel vom Unfall bleibende Schäden zurückbehalten - blijvend letsel overhouden aan het ongeval psychische Schäden davontragen - psychisch letsel oplopen Personenschaden - persoonlijk letsel |
zu Schaden kommen (=verletzt werden) - gewond raken
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
schaden (ww.) | duperen (ww.) ; schaden (ww.) ; schadelijk zijn voor (ww.) ; schade toebrengen aan (ww.) ; schade berokkenen (ww.) ; nadelig zijn (ww.) ; nadeel toebrengen (ww.) ; molesteren (ww.) ; misdrijven (ww.) ; kwetsen (ww.) ; kwaad kunnen (ww.) ; kwaad doen (ww.) ; krenken (ww.) ; deren (ww.) ; beschadigen (ww.) ; benadelen (ww.) |
der Schaden | het verlies ; schadelijk ; de schade (m) ; het nadeel ; de beschadiging (v) |
Schaden | negatief nut ; scheur ; schadegeval,schade ; schade |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Schaden`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: AbbruchDE: anschlagenDE: antunDE: behindernDE: benachteiligenDE: BeschädigungDE: BlechschadenDE: DefektDE: diskriminierenDE: FehlerUitdrukkingen en gezegdes
DE: das schadet der Gesundheit
NL: dat is nadelig van de gezondheid