Lüge - Vertaling Duits-Nederlands

Naar andere talen: • Lüge > EN • Lüge > ES • Lüge > FR

Vertalingen Lüge DE>NL

I die Lüge

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[ˈlyːg ə]
Verbuigingen:	- , -n

bewusst falsche Aussage - leugen

jemandem Lügen erzählen - iemand leugens vertellen Das ist eine glatte / dreiste Lüge! - Dat is ronduit / impertinent een leugen /
etw. straft jemanden / etw. Lügen (=etw. zeigt, dass jemand lügt / etw. gelogen ist) - leugen aantonen
Lügen haben kurze Beine. (=Lügen werden oft schnell durchschaut) - als is het leugen nog zo snel de waarheid achterhaalt hem wel

werkw.

Uitspraak:

[ˈlyːg ən]

deel van de uitdrukking: liegen

Lüg doch nicht so frech! - Lieg toch niet onbeschaamd! Das ist doch gelogen! - Dat is toch gelogen!
lügen wie gedruckt (=offensichtlich oder ständig lügen) - liegen dat het gedrukt staat
lügen, dass sich die Balken biegen (=ungeheuerliche Lügen erzählen) - liegen dat het gedrukt staat

Overige bronnen

die Lüge

gejok (znw.) ; gelieg (znw.) ; de leugen

Bron: interglot

Voorbeeldzinnen met `Lüge`

Voorbeeldzinnen laden....

Synoniemen

DE: Erdichtung
DE: Erfindung
DE: Fabel
DE: Unwahrheit

Uitdrukkingen en gezegdes

DE: Lügen haben kurze Beine NL: al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt haar wel