Vertaal
Naar andere talen: • anschlagen > ENanschlagen > ESanschlagen > FR
Vertalingen anschlagen DE>NL
anschlagen (ww.) taxeren (ww.) ; schaden (ww.) ; schade toebrengen aan (ww.) ; schade berokkenen (ww.) ; nadeel toebrengen (ww.) ; duperen (ww.) ; benadelen (ww.) ; aanslaan (ww.)
das Anschlagenhet aanleggen ; het succes ; het aantikken
anschlagen aanhechten ; vastzetten ; openlijke aanplakking ; met zon dichtzetten ; in een strop slaan ; in aanslag komen ; gelijkstoten ; een tros vastzetten ; beleggen ; bekendmaking ; aanslaan
Bronnen: interglot; A.M.T.S.; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `anschlagen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: affichieren
DE: anklopfen
DE: anlegen
DE: aushängen
DE: Bau
DE: behindern
DE: benachteiligen
DE: eintippen
DE: plakatieren
DE: schaden

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: diese Heilmittel schlagen bei ihm nicht an NL: deze geneesmiddelen missen bij hem hun uitwerking
DE: einen schnelleren Schritt anschlagen NL: vlugger beginnen te lopen
DE: angeschlagen NL: gehavend