Vertalingen packen DE>NL
I packen
werkw.
1) Dinge in Koffer, Taschen usw. legen, um sie mitzunehmen -
inpakken Hast du schon (deine Sachen) gepackt? - Heb jij je (spullen) al ingepakt? die Bücher in Umzugskartons packen - de boeken inpakken in verhuisdozen |
2) mit Dingen füllen -
inpakken 3) fest zwischen die Hände, Zähne usw. nehmen -
vastpakken Er packte sie von hinten und hielt sie fest. - Hij pakte haar van achteren en hield haar vast. Der Wolf packte das Schaf an der Kehle. - De wolf pakte het schaap bij de keel vast. |
4) bewältigen, schaffen -
halen Keine Angst, du packst das schon! - Niet bang zijn je haalt het wel! |
5) plötzlich auftreten und jemanden beherrschen -
pakken vom Jagdfieber gepackt - gepakt door jagerskoorts Dann packte mich das Heimweh. - Toen werd ik gegrepen door heimwee. Ich fand das Spiel zuerst nicht so gut, aber jetzt hat es mich gepackt! - Ik vond het spel in het begin niet zo goed maar nu ben ik er aan verslingerd! |
II packend
bijv.naamw.
spannend -
pakkend III packend
bijwoord
deel van de uitdrukking: pakkend packend erzählt / geschrieben - pakkend verteld / geschreven |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
packen (ww.) | nemen (ww.) ; verstrikken (ww.) ; verpakken (ww.) ; vatten (ww.) ; vastpakken (ww.) ; vastnemen (ww.) ; vastgrijpen (ww.) ; vangen (ww.) ; pakken (ww.) ; omhullen (ww.) ; obsederen (ww.) ; klauwen (ww.) ; inpakken (ww.) ; grijpen (ww.) ; beetpakken (ww.) ; beetnemen (ww.) ; beetgrijpen (ww.) ; aanpakken (ww.) |
packen | comprimeren ; samenpakken ; pakken |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `packen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: abfangenDE: Abnormal intrigierenDE: anfassenDE: AnpackenDE: aufwühlenDE: ausspielenDE: beeindruckenDE: begreifenDE: benutzenDE: berührenUitdrukkingen en gezegdes
DE: sich
packen
NL: zich wegscheren, ophoepelenDE: eine
packende Erzählung
NL: een boeiende vertelling