Vertaal
Naar andere talen: • eintreten > ENeintreten > ESeintreten > FR
Vertalingen eintreten DE>NL

eintreten

werkw.
Uitspraak:  aintreːtən]

1) in einer Partei, einem Verein o. Ä. Mitglied werden - toetreden

2) geschehen, zustande kommen - beginnen , gebeuren
Wenn dieser Fall eintritt, müssen wir uns eine neue Lösung überlegen. - Wanneer deze omstandigheid zich voordoet moeten wij over een nieuwe oplossing nadenken.

3) deel van de uitdrukking:
uitdrukking für jemanden / etw. eintreten

4) hineingehen - binnen gaan , binnenkomen
Bitte treten Sie doch ein! - Komt u toch alstublieft binnen!

5) durch Tritte zerstören - (in)trappen , binnenkomen , gebeuren
Die Polizisten mussten die Tür eintreten. - De politieagenten moesten de deur intrappen.

6) deel van de uitdrukking:
uitdrukking auf jemanden / etw. eintreten

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
eintreten (ww.) betreden (ww.) ; zich voltrekken (ww.) ; voordoen (ww.) ; voorbinden (ww.) ; voor de dag komen (ww.) ; verschijnen (ww.) ; rijzen (ww.) ; oprijzen (ww.) ; opentrappen (ww.) ; lid worden (ww.) ; ingaan (ww.) ; binnentreden (ww.) ; binnenstappen (ww.) ; binnenlopen (ww.) ; binnenkomen (ww.) ; aan het licht komen (ww.)
das Eintretenhet voorval ; de intrede ; het intrappen ; de intocht (m) ; het inschoppen ; het incident ; de gebeurtenis (v) ; het feit ; de entree (v) ; de binnenkomst (v) ; het binnengaan
eintreten intreden ; zich voordoen
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `eintreten`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: Anfang
DE: Ankunft
DE: ans licht kommen
DE: anschwellen
DE: antreten
DE: Antritt
DE: aufbrechen
DE: aufgehen
DE: aufknacken
DE: auftauchen

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: für etwas eintreten NL: voor iets pleiten
DE: für einen eintreten NL: voor iemand opkomen