Vertalingen abhelfen DE>NL
abhelfen (ww.) | bijwerken (ww.) ; corrigeren (ww.) ; goedmaken (ww.) ; herstellen (ww.) ; herzien (ww.) ; renoveren (ww.) ; repareren (ww.) ; verbeteren (ww.) |
das Abhelfen | het verhelpen |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `abhelfen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: abstellenDE: anmachenDE: aufbessernDE: aufrollenDE: aufwickelnDE: ausbauenDE: ausbessernDE: behebenDE: berichtigenDE: bessernUitdrukkingen en gezegdes
DE: dem muß abgeholfen werden
NL: daar moet wat aan gedaan worden