Vertaal
Naar andere talen: • ausbauen > ENausbauen > ESausbauen > FR
Vertalingen ausbauen DE>NL

I ausbauen

werkw.
Uitspraak:  ausbauən]

1) mit einem Werkzeug entfernen - demonteren
den Motor (aus einem Auto) ausbauen - de motor (van een auto) uitbouwen

2) durch Baumaßnahmen vergrößern oder für eine andere Nutzung verändern - uitbreiden , verbouwen
eine Straße vierspurig ausbauen - een weg uitbreiden tot vier rijstroken

3) erweitern, größer machen - uitbreiden
Mit dem Sieg konnten sie ihre Tabellenführung weiter ausbauen. - Met de overwinning konden zij hun toppositie verstevigen.


II der Ausbau

zelfst.naamw.
Uitspraak:  ausbau]
Verbuigingen:  Ausbau(e)s

1) deel van de uitdrukking: uitbreiding , verbouwing
der Ausbau des Flughafens - de verbouwing van de luchthaven
Dachausbau - verbouwing aan het dak

2) deel van de uitdrukking: uitbreiding
der Ausbau der diplomatischen Beziehungen - de uitbreiding van diplomatieke betrekkingen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
ausbauen (ww.) vermeerderen (ww.) ; talrijker maken (ww.) ; uitbouwen (ww.) ; uitbreiden (ww.) ; uitdijen (ww.) ; veranderen (ww.) ; verbeteren (ww.) ; verbreiden (ww.) ; vergroten (ww.) ; repareren (ww.) ; verruimen (ww.) ; vervolledigen (ww.) ; vervolmaken (ww.) ; verwijden (ww.) ; verwisselen (ww.) ; volledig maken (ww.) ; voltooien (ww.) ; wijzigen (ww.) ; renoveren (ww.) ; aanbouwen (ww.) ; afmaken (ww.) ; afwisselen (ww.) ; bijbouwen (ww.) ; bijwerken (ww.) ; completeren (ww.) ; corrigeren (ww.) ; expanderen (ww.) ; goedmaken (ww.) ; herstellen (ww.) ; herzien (ww.) ; openen (ww.) ; perfectioneren (ww.)
ausbauen betimmeren ; verwijderen ; verbeteren ; demonteren
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `ausbauen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: abhelfen
DE: abwandeln
DE: abwechseln
DE: amendieren
DE: anbauen
DE: Anfertigen
DE: aufbessern
DE: aufstocken
DE: ausbessern
DE: ausbreiten