Vertalingen worden NL>FR
worden
werkw.
Uitspraak: | [ˈwɔrdə(n)] |
Verbuigingen: | werd (verl.tijd ) is geworden (volt.deelw.) |
1) <koppelwerkwoord dat aangeeft dat iets in een bepaalde toestand komt, begint te zijn of in de toekomst zal zijn>
-
devenir Ik word ziek. - Je tombe malade. Hij wil later piloot worden. - Une fois grand, il veut être pilote. door de zon lekker bruin worden - bien bronzer au soleil |
2) <hulpwerkwoord van de lijdende vorm>
-
être Er wordt veel gelachen tijdens de voorstelling. - On rit beaucoup pendant le spectacle. Tijdens de oorlog werden veel burgers gedood. - Pendant la guerre, beaucoup de civils ont été tués. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
worden (ww.) | attraper un rhume (ww.) ; devenir (ww.) ; prendre froid (ww.) ; se faire (ww.) |
worden | avoir ; constituer ; être ; redevenir ; se voir |
Bronnen: Wikipedia; interglot; ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `worden`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bekomenNL: gewordenNL: terechtkomenNL: werdNL: wordNL: wordtUitdrukkingen en gezegdes
NL: hij wordt bedreigd
FR: il est menacéNL: erger
worden
FR: empirerNL: er wordt gebeld
FR: on sonneNL: dat wordt niet gezegd
FR: cela ne se dit pasNL: het begint warm te
worden
FR: il commence à faire chaudNL: hij moet soldaat
worden
FR: il doit être soldatNL: hij is maar dertig ge
worden
FR: il n'a vécu que trente ansNL: anders
worden
FR: changerNL: hij wordt morgen 10 jaar
FR: demain il aura 10 ansNL: het wordt morgen 14 dagen
FR: demain il y aura quinze jours (que)NL: wat zal er van hen
worden?
FR: que deviendront-ils?