Vertalingen voltooien NL>FR
voltooien
werkw.
Uitspraak: | [vɔl'tojə(n)] |
Verbuigingen: | voltooide (verl.tijd ) heeft voltooid (volt.deelw.) |
in een toestand brengen dat het af is -
achever , terminer een boek voltooien - achever un livre |
voltooid deelwoord (=vorm van een werkwoord die volgt op 'ik heb', 'ik ben', 'ik word' enz.) - paricipe passé
'Gezien' is het voltooid deelwoord van 'zien'. - 'Gezien' est le participe passé du verbe 'zien'.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
voltooien (ww.) | parfaire (ww.) ; terminer (ww.) ; supprimer (ww.) ; se terminer (ww.) ; s'acquitter de (ww.) ; s'achever (ww.) ; rendre complet (ww.) ; prendre fin (ww.) ; perfectionner (ww.) ; parvenir (ww.) ; accomplir (ww.) ; parachever (ww.) ; jouir (ww.) ; finir (ww.) ; faire (ww.) ; executer (ww.) ; effectuer (ww.) ; conclure (ww.) ; achever (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `voltooien`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afkrijgenNL: afmakenNL: afrondenNL: afwerkenNL: beëindigenNL: completerenNL: een einde maken aanNL: eindigenNL: klaarkrijgenNL: klaarmaken