Vertalingen vastnagelen NL>FR
vastnagelen (ww.) | clouer (ww.) ; river (ww.) ; riveter (ww.) |
het vastnagelen | clouage (m) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `vastnagelen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: klinkenNL: spijkerenNL: timmerenNL: vastslaanNL: vastspijkeren