Vertaal
Naar andere talen: • uitsturen > DEuitsturen > ENuitsturen > ES
Vertalingen uitsturen NL>FR
uitsturen (ww.) congédier (ww.) ; décharger (ww.) ; démettre (ww.) ; licencier (ww.) ; renvoyer (ww.)
uitsturen envoyer
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek


Voorbeeldzinnen met `uitsturen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: ontheffen
NL: ontslaan
NL: verzenden
NL: wegsturen
NL: wegzenden

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: uitsturen op, uitsturen om FR: envoyer chercher
NL: de klas uitsturen FR: renvoyer
NL: de haven uitsturen FR: piloter hors du port