Vertalingen ontheffen NL>FR
ontheffen (ww.) | absoudre (ww.) ; congédier (ww.) ; décharger (ww.) ; démettre (ww.) ; dispenser de (ww.) ; licencier (ww.) ; relâcher (ww.) ; renvoyer (ww.) |
Bronnen: Wikipedia; interglot
Voorbeeldzinnen met `ontheffen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bevrijdenNL: ontlastenNL: ontslaanNL: ontslaan van een verplichtingNL: uitsturenNL: verzendenNL: vrijstellenNL: wegsturenNL: wegzendenUitdrukkingen en gezegdes
NL: Iemand van zijn ambt
ontheffen
FR: relever quelqu'un de ses fonctionsNL: van zijn geloften
ontheffen
FR: délier de ses voeux