Vertaal
Naar andere talen: • uitputten > DEuitputten > ENuitputten > ES
Vertalingen uitputten NL>FR
uitputten (ww.) affaiblir (ww.) ; atténuer (ww.) ; dépérir (ww.) ; épuiser (ww.) ; exténuer (ww.) ; fatiguer (ww.) ; perdre sa force (ww.) ; s'affaiblir (ww.)
het uitputten épuisement (m) ; harasser (m)
uitputten user à mort
Bronnen: interglot; Trueterm


Voorbeeldzinnen met `uitputten`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aan kracht inboeten
NL: afmatten
NL: moe maken
NL: slopen
NL: vermoeien
NL: verslappen
NL: verzwakken

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: zich uitputten in verontschuldigingen FR: se confondre en excuses