de tocht

zelfst.naamw. (m.)

Uitspraak:	[tɔxt]
Verbuigingen:	-en (meerv.)

1) hinderlijke luchtstroom in een ruimte - courant d'air (le ~)

Verbuigingen:	g.mv. (meerv.)
op de tocht zitten (=de luchtstroom langs voelen komen) - être dans le courant d'air
op de tocht staan (=(van iets dat gepland is) mogelijk niet doorgaan) - être compromis De verhuisplannen staan op de tocht. - Le projet de déménagement est compromis.

2) reis - voyage (le ~)

een tocht door de woestijn - une traversée du désert voettocht - voyage à pied

een stille tocht (=een groepswandeling waarin mensen, zonder te praten, meelopen om iemand of iets te gedenken) - une marche silencieuse

© K Dictionaries Ltd.

de tocht (m)	balade (m) ; courant d'air (m) ; excursion (v) ; incursion (v) ; promenade (v) ; tour (m) ; voyage (m)
tocht	courant d'air ; fossé d'écoulement ; fossé de décharge ; volée de coups

Bronnen: Wikipedia; interglot; Download IATE, European Union, 2017.




NL: dagreis
NL: excursie
NL: expeditie
NL: gang
NL: luchtzuiging
NL: mars
NL: reis
NL: rit
NL: rondreis
NL: toer

NL: op de tocht zitten FR: être entre deux airs
NL: bang zijn voor tocht FR: craindre l'air
NL: tochtjes maken FR: excursionner