Vertalingen spits NL>FR
[spɪts]1 ( puntig) in een punt uitlopend - pointu/-ue
`schoenen met een spitse neus`
des chaussures à bouts pointus
2 ( scherpzinnig) ( slim) als je een helder verstand hebt, of als iets daar blijk van geeft - astucieux/-ieuse - malin/-igne
`een spitse gedachte`
une idée astucieuse
`spitse humor`
de l'humour intelligent
[spɪts] [mv: spitsen]1 ( spitsuur) erg drukke tijd in het verkeer - heure (la ~(v)) de pointe
`In de spits zijn er veel files.`
Aux heures de pointe il y a beaucoup d'embouteillages.
`ochtendspits`
heure de pointe du matin
`avondspits`
heure de pointe de fin d'après-midi
2 puntig uiteinde - pointe (la ~(v))
`de spits van een kerktoren`
la flèche / l'aiguille d'un clocher
3 [Sport]"/> ( voorhoedespeler) voetballer die vooraan in het veld speelt - avant (le ~(m))
4
op de spits drijven
te lang met (iets) doorgaan waardoor het erger wordt dan het is - exacerber
`Je moet het conflict niet op de spits drijven.`
Il ne faut pas exacerber le conflit.
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
spits (znw.) | point culminant (m) ; joueur de flanc (m) ; heure de pointe (v) ; heure d'affluence (v) ; ailier gauche (m) ; ailier droit (m) ; ailier (m) |
spits (m) | flèche (v) ; avant-centre (m) ; attaquant de pointe (m) |
de spits (m) | dent (v) ; cime (v) |
spits (c) | sommet (m) ; apex (m) |
spits | vif ; pointu ; perspicace ; malin ; maligne ; éveillé ; en pointe ; en flèche ; aigu ; acéré ; aigu ; spitz ; pointe ; fleche ; aiguille de marteau-pic ; aiguille |
Bronnen: interglot; f; Wikipedia; A.M.T.S.; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `spits`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanvalNL: bijdehandNL: buitenspelerNL: centrumspitsNL: flankspelerNL: kienNL: linksbuitenNL: neusNL: piekNL: pienterUitdrukkingen en gezegdes
NL: op de
spits drijven
FR: pousser à boutNL: het
spits afbijten
FR: attacher le grelot, payer de sa personne