Vertaal
Naar andere talen: • schik > DEschik > ENschik > ES
Vertalingen schik NL>FR
[sxɪk]

1 plezier - rigolade (la ~(v))
  schik hebben in
   (= plezier beleven aan) - prendre beaucoup de plaisir à

  `veel schik hebben in je kleinkinderen`
  prendre beaucoup de plaisir à être avec ses petits-enfants

  in je schik zijn met
   (= tevreden of blij zijn met (iets)) - être ravi de


© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
de schik (m) bien-être (m) ; contentement (m) ; joie (v) ; satisfaction (v)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `schik`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: amusement
NL: plezier
NL: sas
NL: vermaak

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: in zijn schik zijn FR: être content, être de bonne humeur
NL: met schik FR: décemment
NL: ze heeft er geen schik in FR: elle ne s'y plaît pas