Vertalingen overhandigen NL>FR
overhandigen
werkw.
Uitspraak: | [ovərˈhɑndɪxə(n)] |
Verbuigingen: | overhandigde (verl.tijd ) heeft overhandigd (volt.deelw.) |
op een deftige manier geven -
remettre (officiellement) iemand een insigne opspelden en de bijbehorende oorkonde overhandigen - épingler un insigne sur la poîtrine de quelqu'un et lui remettre le diplôme qui l'accompagne |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
overhandigen (ww.) | apporter (ww.) ; donner (ww.) ; faire circuler (ww.) ; fournir (ww.) ; offrir (ww.) ; porter (ww.) ; procurer (ww.) ; remettre (ww.) ; rendre (ww.) ; transmettre (ww.) |
Bronnen: interglot; Antiquarian Dictionary
Voorbeeldzinnen met `overhandigen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanbiedenNL: aangevenNL: aanleverenNL: aanreikenNL: afgevenNL: afleverenNL: bestellenNL: bezorgenNL: brengenNL: geven