Vertalingen overhandigen NL>ES
overhandigen
werkw.
Uitspraak: | [ovərˈhɑndɪxə(n)] |
Verbuigingen: | overhandigde (verl.tijd ) heeft overhandigd (volt.deelw.) |
op een deftige manier geven -
entregar iemand een insigne opspelden en de bijbehorende oorkonde overhandigen - imponer a alguien una insignia y entregarle el documento correspondiente |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
overhandigen (ww.) | mandar (ww.) ; traspasar (ww.) ; transmitir (ww.) ; traer (ww.) ; suministrar (ww.) ; repartir a domicilio (ww.) ; repartir (ww.) ; reconocer (ww.) ; proporcionar (ww.) ; presentar (ww.) ; ofrecer (ww.) ; acceder (ww.) ; llevar (ww.) ; hacer entrega (ww.) ; entregar a domicilio (ww.) ; entregar a (ww.) ; entregar (ww.) ; donar (ww.) ; dar (ww.) ; consentir (ww.) ; ceder (ww.) ; acompañar (ww.) |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `overhandigen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanbiedenNL: aangevenNL: aanleverenNL: aanreikenNL: afgevenNL: afleverenNL: bestellenNL: bezorgenNL: brengenNL: geven