Vertalingen opstijgen NL>FR
opstijgen
werkw.
Uitspraak: | [ˈɔpstɛixə(n)] |
Verbuigingen: | steeg op (verl.tijd ) is opgestegen (volt.deelw.) |
in verticale richting bewegen -
s'élever , monter Er stijgt rook op uit de schoorsteen. - La fumée s'élève de la cheminée. Van Schiphol stijgen dagelijks honderden vliegtuigen op. - Tous les jours des centaines d'avions décollent de Schiphol. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
opstijgen (ww.) | bondir (ww.) ; dresser (ww.) ; monter (ww.) ; s'agrandir (ww.) ; s'envoler (ww.) ; se dresser (ww.) ; se hisser (ww.) |
het opstijgen | le décollage |
opstijgen | décoller ; montée ; monter à cheval ; remonter |
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek; Omegawiki.org; Download IATE, European Union, 2017.; Diving dictionary
Voorbeeldzinnen met `opstijgen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afvliegenNL: de hoogte ingaanNL: in de lucht omhoogstijgenNL: klimmenNL: omhooggaanNL: omhoogkomenNL: opvliegenNL: stijgenNL: stijgingNL: wegvliegen