Vertalingen klimmen NL>FR
[ˈklɪmə(n)] [vvt: is geklommen]1 met inspanning naar een hogere plaats gaan - monter - grimper - escalader
`Het kind klom op de stoel.`
L'enfant est monté sur la chaise.
`over een hek klimmen`
escalader une clôture
`een boom in klimmen`
grimper dans un arbre
`een heuvel op klimmen`
monter au sommet d'une colline
2 ( stijgen) omhooggaan - monter
`De koers van dat bedrijf daalt niet verder en gaat nu zelfs weer klimmen.`
Le cours de cette société ne continue plus à baisser et recommence même à monter.
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
klimmen (ww.) | décoller (ww.) ; escalader (ww.) ; faire l'ascension (ww.) ; gravir (ww.) ; grimper (ww.) ; grimper vers le haut (ww.) ; monter (ww.) ; monter en l'air (ww.) ; s'élever (ww.) ; s'envoler (ww.) |
het klimmen | la escalade ; prendre l'air (m) ; prendre son vol (m) |
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `klimmen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bestijgenNL: omhoog gaanNL: omhoogklimmenNL: omhoogkomenNL: omhoogstijgenNL: opgaanNL: opklauterenNL: opklimmenNL: opkomenNL: opstaanUitdrukkingen en gezegdes
NL: uit het raam
klimmen
FR: passer par la fenêtreNL: het
klimmen
FR: la montéeNL: bij het
klimmen der jaren
FR: quand on avance en âge