Vertaal
Naar andere talen: • stijgen > DEstijgen > ENstijgen > ES
Vertalingen stijgen NL>FR

stijgen

werkw.
Uitspraak:  [ˈstɛixə(n)]
Verbuigingen:  steeg (verl.tijd ) is gestegen (volt.deelw.)

omhooggaan - monter
De kust stijgt hier. - Le littoral monte ici.
De prijzen zijn alweer gestegen. - Les prix ont encore augmenté.
Huizenkopers hebben een stijgende waardering voor deze wijk. - Les acquéreurs de logements ont une opinion de plus en plus favorable de ce quartier.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
stijgen (ww.) escalader (ww.) ; se dresser (ww.) ; s'amplifier (ww.) ; s'agrandir (ww.) ; monter (ww.) ; lever (ww.) ; grossir (ww.) ; grimper (ww.) ; gravir (ww.) ; grandir (ww.) ; faire l'ascension (ww.) ; augmenter (ww.) ; amplifier (ww.)
het stijgen escalade (v) ; ascension (v)
stijgen croître ; s'accroître ; remonter ; progresser ; montée du métal ; hausser
Bronnen: interglot; Wikipedia; ICT-Woordenboek; Diving dictionary; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `stijgen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aangroeien
NL: aanwassen
NL: aanwinnen
NL: aanzwellen
NL: bestijgen
NL: de hoogte ingaan
NL: gedijen
NL: groeien
NL: groter worden
NL: in de lucht omhoogstijgen