Vertaal
Naar andere talen: • opsluiten > DEopsluiten > ENopsluiten > ES
Vertalingen opsluiten NL>FR

opsluiten

werkw.
Uitspraak:  ɔpslœytə(n)]
Verbuigingen:  sloot op (verl.tijd ) heeft opgesloten (volt.deelw.)

(iemand) in een afgesloten ruimte laten blijven - enfermer
De honden zaten al weken opgesloten in een veel te klein hok. - Les chiens étaient enfermés dans un chenil trop petit depuis des semaines déjà.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
opsluiten (ww.) conserver (ww.) ; détenir (ww.) ; emprisonner (ww.) ; enfermer (ww.) ; fixer (ww.) ; garder (ww.) ; immobiliser (ww.) ; imprisonner (ww.) ; incarcérer (ww.) ; interner (ww.) ; mettre derrière les barreaux (ww.) ; retenir (ww.) ; tenir (ww.)
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `opsluiten`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: achter de tralies zetten
NL: gevangen zetten
NL: in de cel zetten
NL: interneren
NL: isoleren
NL: sluiten
NL: vastzetten

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: opsluiten binnen FR: confiner dans