Vertalingen ophitsen NL>FR
ophitsen
werkw.
Uitspraak: | [ˈɔphɪtsə(n)] |
Verbuigingen: | hitste op (verl.tijd ) heeft opgehitst (volt.deelw.) |
kwaad en opgewonden maken -
exciter , dresser supporters ophitsen tegen de scheidsrechter - dresser des supporters contre l'arbitre |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
ophitsen (ww.) | allumer (ww.) ; ameuter (ww.) ; chasser (ww.) ; encourager (ww.) ; exciter (ww.) ; inciter (ww.) ; presser (ww.) ; provoquer (ww.) ; susciter (ww.) |
het ophitsen | attisement (m) ; excitation (v) ; provocation (v) ; tisonnement (m) |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `ophitsen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanleiding geven totNL: aanstokenNL: aanvurenNL: aanwakkerenNL: aanzettenNL: agiterenNL: jachtenNL: opdrijvenNL: opfokkenNL: opjagen