Vertalingen openmaken NL>FR
openmaken
werkw.
| Uitspraak: | [ˈopə(n)makə(n)] |
| Verbuigingen: | maakte open (verl.tijd ) heeft opengemaakt (volt.deelw.) |
openen;
opendoen -
ouvrir | Wil je de kluis voor me openmaken? - Tu m'ouvres le coffre, s'il te plaît? |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| openmaken (ww.) | exposer (ww.) ; ouvrir (ww.) |
| het openmaken | ouverture (v) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `openmaken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanbrekenNL: krakenNL: ontsluitenNL: opendoenNL: openen